Tips: Ga eens buiten je boekje!

Op vrijdagochtend 28 januari vond de workshop Ga eens buiten je boekje! plaats. Deelnemers gingen in gesprek met panelleden Ionica Smeets (UL), Martijn Wieling (RUG), Steffie Ypma (UU) en Eelco de Koning (LUMC) over hun ervaringen met public engagement door onderzoekers. Daarna gingen deelnemers aan de slag met een praktische opdracht. Hieronder volgen verschillende tips die tijdens het panelgesprek ter sprake kwamen.

Waar begin ik?

  • Begin klein: presenteren op nationale televisie of meedoen met een grootschalig festival vraagt behoorlijk wat voorbereiding en inspanning. Kijk eerst eens of je over je werk kunt vertellen bij een Studium Generale, science cafe, lokale bibliotheek of lokale omroep. Dat is makkelijker te organiseren en meestal een vriendelijke omgeving om te beginnen.
  • Op een toegankelijke manier over je onderzoek (en vakgebied) leren praten is een goede basis. Bovendien leer je daar zelf ook veel van: als je iets simpel maar helder kunt uitleggen, betekent dat meestal dat je de materie echt goed in de vingers hebt.
  • Een laagdrempelige manier om te oefenen met toegankelijk praten over jouw onderzoek is bij je volgende posterpresentatie. Probeer weinig tekst op je poster te zetten en veel afbeeldingen. Zo heb je sneller aanspraak. Kijk of je aan wetenschappers uit andere disciplines kunt uitleggen wat je doet. Ook dat telt als wetenschapscommunicatie!
  • Neem contact op met de afdeling communicatie van je faculteit of onderzoeksinstituut om te laten weten dat je graag meer en vaker over je onderzoek zou willen vertellen voor een lekenpubliek. Grote kans dat zij met je willen meedenken over een evenement waar jij binnenkort aan zou kunnen bijdragen.
  • Ga binnen je faculteit of universiteit op zoek naar een bestaand netwerk. Wie is er binnen jouw omgeving al bezig met wetenschapscommunicatie of public engagement? Spreek ook hen aan met de boodschap dat je graag een keer wil helpen. Zo word je steeds bedrevener en – omdat je samenwerkt – houd je het leuk voor jezelf.   

Hoe maak ik andermans tijd de moeite waard?
Wetenschapscommunicatie (wecom) is in principe tweerichtingsverkeer. Daarom geven sommige wetenschappers voorkeur aan de term public engagement(pe). Het is namelijk belangrijk dat je niet alleen informatie ‘zendt’, maar tevens inspeelt op de vragen en nieuwsgierigheid van je publiek. Hieronder vind je tips om te zorgen dat wecom/pe interactief blijft:

  • Denk buiten de gebaande paden: welke bedrijven, belangenorganisaties, beleidsmakers en publieksgroepen hebben er belang bij om meer te leren over jouw onderzoek? Maak jezelf bij hen zichtbaar, ben creatief en werk samen.
  • Onderschat niet hoe nieuwsgierig mensen van nature zijn en daardoor gefascineerd door wetenschap. Op een prikkelende manier inzicht geven in de manier waarop wetenschap werkt kan soms al genoeg zijn.
  • Zoek naar een ingang waar je doelgroep al emotionele binding mee heeft. Dit kan betekenen dat je moet beginnen vanuit een overkoepelend thema of een prikkelende vraag om de aandacht te trekken. Denk na over een haakje: is er een bepaalde betrokkenheid waarop je kunt inspelen?
  • Maak je onderzoek tastbaar. Bijvoorbeeld via een interessant voorwerp of door je onderzoek zichtbaar, voelbaar of hoorbaar te maken. Organiseer je een publieksevenement? Bedenk eens een activiteit waarbij aanwezigen actief bezig kunnen zijn.
  • Sommige doelgroepen zijn moeilijk te bereiken. Werk in dat geval samen met partners of zoek naar ambassadeurs die niet zo voor de hand liggen, maar aansluiten bij de interesse van je doelgroep.
  • Heb je mensen betrokken bij het verzamelen van data? Geef hen altijd de resultaten van je onderzoek terug. Je publicatie delen is daarbij een minimum, maar liever nog bied je de mensen die geholpen hebben bij je onderzoek een interactieve presentatie, een infographic of een whiteboardanimatie van de experimentele opzet en resultaten.
  • Actief worden op sociale media kan tevens een manier zijn om je doelgroep te bereiken en iets terug te geven. Je kan vertrouwen wekken bij een achterban door een langdurig en toegankelijk aanspreekpunt te vormen.
  • Wil je doelgroepen echt betrekken bij het uitvoeren van onderzoek? Door bijvoorbeeld niet-wetenschappers’ input te vragen op jouw onderzoeksagenda, te laten helpen met dataverzameling of het doen van analyses? Je bent dan in de wereld van Citizen Science beland, ook wel ‘burgerwetenschap’ genoemd. Kijk op deze pagina voor meer bronnen over Citizen Science.

Tips bij uitdagingen:

Tijd vinden

  • Ga in gesprek met je leidinggevende. Geef tijdens je jaargesprek aan dat jij je wil inzetten voor wecom/pe en dat je het wil laten opnemen als officieel onderdeel van jouw takenpakket. Bespreek daarbij (haalbare) professionele doelen die je komend jaar wil bereiken.
  • Benoem voordelen van wecom/pe die van belang kunnen zijn voor jouw afdeling: zo kunnen succesvolle projecten een grote bijdrage leveren aan het zichtbaar maken van jullie werk en het werven van fondsen. Publieksactiviteiten kunnen effectief zijn om bij een grote groep mensen data te verzamelen. Als jouw afdeling deze meerwaarde van wecom/pe erkent, dan zouden er ook uren beschikbaar moeten zijn die wetenschappers kunnen benutten voor de uitvoering ervan.     
  • Toch pech? Focus je op wetenschapscommunicatieprojecten die je echt leuk vindt. Zo is het makkelijker om momentum te vinden in je vrije tijd.
  • Door het bedrijven van wecom/pe word je ook zichtbaarder binnen de instelling waar je werkt. Het is dus ook een manier om te werken aan een profiel dat opvalt binnen jouw universiteit of onderzoeksinstituut.

Vechten tegen de veelheid van informatie

  • Tegenwoordig is er (online) veel onjuiste informatie te vinden die ertoe leidt dat sommige mensen ongebruikelijke ideeën hebben over de wereld of de wetenschap. Dat kan tot verwarring leiden in een spreekkamer, tijdens een onderzoek of een publieksevenement. Probeer je in dit geval niet te wapenen met feiten. Stel open vragen aan de participant en kijk of je kunt komen tot gedeelde interesses.

Vier afsluitende gouden tips van de panelleden:

  • Steffie: Vanuit het perspectief van een beginnende wetenschapper: begin klein en doe overal aan mee. Al doende leer je. Daarnaast helpt het om support te zoeken en veel samen te werken, ook met onderzoekers van geesteswetenschappen als je zelf bèta bent, en andersom. Zo kun je ook beter de kwaliteit van wat je wetenschapscommunicatieactiviteiten waarborgen.
    Eelco: Maak onderzoek tastbaar, bijvoorbeeld aan de hand van een voorwerp. Probeer zo veel mogelijk zintuigen van je publiek te prikkelen.
  • Ionica: Ik onderstreep het motto van mijn proefschrift: ‘everyone needs an editor’. Wil je een goed praatje houden? Ga op zoek naar een goede trainer als mentor. Wil je een boek schrijven? Vind een hele goede editor. Betrek iemand met de juiste vaardigheden die kritisch wil kijken naar jouw wetenschapscommunicatieproject.
  • Martijn: Zoek mensen om wecom/pe samen mee te doen. Dat maakt het zo veel leuker. En denk out-of-the-box! Wat kun je voor bijzondere activiteiten bedenken die mensen nog niet hebben gedaan?

Workshop gemist? Schrijf je dan nu in voor de workshop Van Aula naar Binnenhof op vrijdag 11 maart. Het programma lijkt op Ga eens buiten je boekje! maar in plaats van nadenken over de maatschappelijke context van je onderzoek, leer je de do’s en don’ts kennen voor wetenschappers die met de Kamer te maken (willen) hebben.